Product-dienstcombinaties

Een product-dienstcombinatie is een bedrijfsmodel gebaseerd op het verkopen van het gebruik en de functionaliteit van een product en waarbij het product zelf de eigendom blijft van de verkooporganisatie. De meest bekende vormen zijn verhuren en leasing van bepaalde producten. (Wikipedia)

What we want is the hole, not the drill

Alex Steffen

In een product-dienstcombinatie (PDC) staat het nut van een product en de toegankelijkheid ervan boven bezit. De focus ligt op functie, niet op eigendom. PDC is mogelijk een geslaagd model voor een meer circulaire economie. Productdienstcombinaties hebben een groot ecologisch potentieel, omdat ze ertoe bijdragen dat een kleinere hoeveelheid afgewerkte producten beter wordt benut en in afdankingsfase beter wordt behandeld door de producent, die er in principe eigenaar van blijft.

1. De functie staat centraal, niet het product

Binnen de deeleconomie zien we product-dienstsystemen als vormen van co-consumptie. In dit systeem betalen we voor de dienst die het product levert zonder de noodzaak om als consument het product zelf te bezitten. De bekendste voorbeelden zijn auto- en fietsdelen.

De focus verschuift naar de functie van het product. De producent haalt omzet uit het verkopen van het gebruik. Hoe minder materiaal hiervoor nodig is, hoe groter de potentiële winstmarge. Als bovendien het businessmodel zo is opgezet dat de producent zijn producten op het einde van de gebruikscyclus terug in bezit krijgt, zijn alle prikkels aanwezig om producten niet alleen een langere levensduur te geven, maar ook herbruikbaar te maken. De producent blijft bovendien baas van zijn eigen materialen en wordt daardoor onafhankelijker van fluctuaties op de grondstoffenmarkt.

2. Zorgvuldiger gebruik van materialen

Product-dienstsystemen kunnen leiden tot een meer zorgvuldig gebruik van materialen en producten. In lineaire businessmodellen genereren producenten omzet door zoveel mogelijk producten te verkopen. De overdracht van eigendom van producent aan consument geeft veel te weinig prikkels om producten zó te ontwerpen, dat ze een lange levensduur hebben, eenvoudig herstelbaar zijn en hun componenten makkelijk gerecycleerd kunnen worden.

Acht varianten

Tussen enkel producten aan de ene kant en enkel diensten aan de andere ligt een waaier aan product-dienstcombinaties. Poolen, sharen, leasen, outsourcen: het zijn maar enkele van vele denkbare product-dienstcombinaties. Deze infografiek brengt de acht voornaamste combinaties in kaart.

Tien varianten van product-dienstcombinaties

Deze grafiek downloaden >

Tussen enkel producten en enkel diensten zit een waaier aan product-dienstcombinaties (PDC’s). Poolen, sharen, leasen, outsourcen: het zijn maar enkele van de vele denkbare product-dienstcombinaties. Om beter inzicht te verwerven in alle mogelijke varianten plaatsten we de verschillende product-dienstcombinaties in de bovenstaande infografiek.

Indelen kan op verschillende manieren, maar we volgden de indeling van SusProNet, een tijdelijk Europees netwerk dat van 2002 tot 2004 onderzoek deed naar Sustainable Product Service Development. SusProNet onderscheidt drie categorieën:

  1. productgeoriënteerde diensten (product-oriented services);
  2. gebruiksgeoriënteerde diensten (use-oriented services);
  3. resultaatgeoriënteerde diensten (result-oriented services).

A. Productgeoriënteerde diensten

De kern van het businessmodel is nog steeds de verkoop van goederen, maar inclusief één of verschillende bijkomende diensten. Er zijn twee varianten:

  1. Productgerelateerde diensten: naast het product biedt de verkoper ook een tijdens de levensduur van het product noodzakelijke dienst. Dit kan een onderhoudscontract of terugname-overeenkomst zijn.
  2. Advies en consultancy: de verkoper van het product geeft advies over hoe het product het meest optimaal kan worden gebruikt.

B. Gebruiksgeoriënteerde diensten

Ook hier speelt het traditionele product nog steeds een centrale rol, maar het businessmodel richt zich niet meer op het verkopen ervan. Het product blijft eigendom van de aanbieder. Er zijn vier varianten:

  1. Leasen: het product blijft eigendom van een aanbieder, maar de gebruiker heeft er ongelimiteerde en individuele toegang toe.
  2. Huren of delen: het product blijft eigendom van een aanbieder, maar verschillende gebruikers kunnen er sequentieel, dus niet gelijktijdig, gebruik van maken.
  3. Poolen: het product blijft eigendom van een aanbieder, maar verschillende gebruikers maken er gelijktijdig gebruik van.
  4. Pay-per-service unit: ook hier blijft de basis een gewoon product. De gebruiker betaalt niet voor het tijdelijk bezit van dit product, maar voor een bepaald resultaat (de output) dat gelinkt is aan gebruik.

C. Resultaatgeoriënteerde diensten

In dit businessmodel hebben aanbieder en klant een akkoord over een bepaald resultaat, zonder dat er een afspraak bestaat over welk specifiek product nodig is om dit resultaat te bereiken. Er zijn twee varianten:

  1. Outsourcing: een derde partij biedt een dienst aan en heeft daar eventueel een product voor nodig. De klant betaalt enkel voor de dienst en is niet betrokken bij de keuze van het geschikte product voor deze dienst. Bekende voorbeelden: catering- en schoonmaakcontracten.
  2. Functioneel resultaat: De aanbieder biedt de klant een bepaald resultaat aan. In tegenstelling tot outsourcing kan dit resultaat eerder abstract zijn, zoals het aanbieden van comfort, licht en mobiliteit. In principe is de aanbieder volledig vrij over hoe hij dit resultaat zal bereiken.

In de bovenstaande infografiek is te zien welke product-dienstcombinaties mogelijk zijn voor het product 'auto'.

E-boek: Product ⬌ Dienst

Product ⬌ Dienst

Nieuwe businessmodellen in de circulaire economie

Dit e-boek gaat in detail in op product-dienstcombinaties en toont hoe de circulaire economie in Vlaanderen en Europa begint te leven, wat de kansen zijn en hoe organisaties er nu al in de praktijk mee aan de slag gaan.

Nu downloaden >