Jobs in de circulaire economie

Vaak wordt vergeten dat de transitie naar de circulaire economie naast de ecologische en de economische component ook belangrijke sociale effecten heeft. Zo zal bijvoorbeeld de arbeidsmarkt mee (moeten) veranderen. Niet enkel in de recyclagesector maar ook daarbuiten, over de hele waardeketen. 

Nieuwe jobs

Verschillende studies tonen aan dat de transitie naar een circulaire economie extra banen zal opleveren in verschillende sectoren. De projecties verschillen naargelang de focus die gebruikt wordt. Voor Vlaanderen schatte SuMMa 27.000 bijkomende jobs, enkel en alleen al in het afvalbeheer in Vlaanderen. Voor de gehele waardeketen zijn voor Vlaanderen nog geen cijfers beschikbaar.

Maar wat voor jobs?

Het Vlaams Materialenprogramma (een voorloper van Vlaanderen Circulair) liet een verkennend onderzoek uitvoeren over de jobimpact van de circulaire economie. Het onderzoek boog zich over enkele concrete gevalstudies:

  • biomassa (diepvriesprei);
  • veranderingsgericht bouwen;
  • elektrische en elektronische apparaten;
  • en nieuwe business modellen).

De studie brengt een aantal nieuwe jobs naar voren, maar ook – en vooral – veel wijzigingen van jobinhoud, veel nieuwe vaardigheden, kenniselementen en – in iets mindere mate – attitudewijzigingen.

De zeven belangrijkste conclusies op een rij:

1. Welke niches worden mainstream?

Op dit moment zijn er in de circulaire economie veel nichetechnologieën, nichepraktijken, nichebedrijven en experimenten, maar het is nog niet duidelijk welke van die niches op de lange termijn succesvol zullen zijn en op grote schaal zullen doorbreken. Daarom is het moeilijk om te bepalen welke jobs in aantal of belang zullen toenemen.

2. Het potentieel is erg sectorspecifiek

De eigenheid van elke (circulaire) waardenketen is erg groot. Voor organisch materiaal (prei) is dat bijvoorbeeld iets helemaal anders dan voor niet-organisch materiaal. 

3. Samenwerking doorheen de waardeketen staat centraal

Een derde element is de opvallende aanwezigheid van samenwerking doorheen de waardeketen, of verticale samenwerking, in alle clusters. Alle activiteiten worden complexer en meer geïntegreerd, wat automatisch een nood aan meer kennis en vaardigheden met zich meebrengt.

4. Belang van de kennis en vaardigheden van managers

De kennis en vaardigheden van managers zijn doorslaggevend. Dat geldt zeker in deze fase van de niches, maar wellicht ook algemener. Opportuniteiten moeten worden gegrepen, risico’s moeten correct worden ingeschat, bedrijven moeten anders worden gerund, en strategieontwikkeling moet creatiever worden; de meeste van deze elementen zullen verwacht worden van het management.

5. Toename belang van de fase na (eerste) gebruik.

Er is een sterke toename van het belang van de fase nadat de consument een eerste gebruiksfase heeft doorgemaakt (behalve voor organische materialen). Herstelling, hergebruik, demontage, refurbishing en remanufacturing zullen in de toekomst naar verwachting een sterke boost krijgen, dus ook de jobs die met deze activiteiten gepaard gaan.

6. De consument moet mee

Producenten, designers, distributeurs en andere ontwikkelen nieuwe modellen, maar vaak is de consument hierin een onmisbare schakel. En ook bij de consument is er nog werk aan de winkel op vlak van zowel kennis, attitude als gedrag.

7. Geïntegreerde jobs doorheen de keten

Heel wat jobimpacts zullen zich niet beperken tot één fase van de waardeketen (verkoop, bijvoorbeeld). Ook op dit vlak kunnen we van integratie spreken: activiteiten die verband houden met onderzoek, opleiding, informatie(deling), samenwerking, slimme logistiek, valorisatie van rest- en nevenstromen en ondernemerschap zijn transversale activiteiten die veranderingen zullen ondergaan in meerdere (vaak alle) fasen van de waardeketen.

Download het volledige rapport >