Valobat

Van boer tot bord: Viaverda recupereert reststromen van lokale bataat

Bataat, ook bekend als zoete aardappel, ligt al jaren in de Belgische supermarkten. Meer en meer komt die bataat ook van Belgische bodem. Al haalt soms bijna de helft van de oogst van (bio)boeren uit ons land de winkelrekken niet. Met het project Valobat willen Viaverda en Hogeschool Gent uitzoeken hoe het ook de ‘onverkoopbare’ restjes tot bij de consument krijgt.

De selectiecriteria van bataat zijn streng. Is een zoete aardappel gek gevormd, werd die beschadigd tijdens het rooien of is die niet geschikt qua formaat, dan beschouwen supermarkten en groentewinkels hem als ‘onverkoopbaar’. Per oogst haalt tot zo’n 40% de strenge selectietest niet. Dat is maar liefst 16 à 20 ton bataat per hectare. Al zijn die zoete aardappelen vaak nog perfect eetbaar.

Een samenwerking tussen voedingsbedrijven en telers
Viaverda en Hogeschool Gent gaan daarom op zoek naar manieren om reststromen van bataat te recupereren. Daarvoor gaan ze in gesprek met lokale voedingsbedrijven: welke voedingswaren kunnen zij maken uit te grote, te kleine of beschadigde zoete aardappels? Met testcases gaan ze na welke nieuwe producten wel en welke niet zouden aanslaan bij de consument. Tegelijkertijd brengen ze telers en voedingsbedrijven bij elkaar, en detecteren ze logistieke en praktische knelpunten van een mogelijke samenwerking tussen die 2.

Europees Partnerschap voor Innovatie
Het project Valobat maakt deel uit van het Europees Partnerschap voor Innovatie (EIP). Het EIP heeft als doel gezonde, duurzame en betaalbare voedselinitiatieven op te zetten door onder andere landbouwers en spelers uit de agrovoedingsketen samen te brengen.