Toekomst voor afgedankte plezierboten

Oude plezierboten recycleren

In de tweede helft van de vorige eeuw werden massaal schepen en pleziervaartuigen gebouwd in polyester in plaats van hout en metaal. Veel van die pleziervaartuigen zijn nu aan het einde van hun leven en rijp voor de sloop. In onze buurlanden circuleren daarover zorgwekkende cijfers: 25.000 slooprijpe schepen in Nederland, 50.000 in Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk ... Momenteel hebben we nog geen zicht op de situatie in Vlaanderen, onder meer omdat we geen sloperijen hebben die zich toeleggen op die polyesterschepen.

Met dit project wil de Vlaamse Yachthaven van Nieuwpoort de problematiek in Vlaanderen (de kuststreek) in kaart brengen en onderzoek voeren naar een duurzame oplossing op lange termijn.

Concreet hebben we eerst een bevraging gedaan bij Vlaamse kustjachthavens en aanverwante bedrijven over de aanwezigheid van slooprijpe of verwaarloosde schepen op hun domein. Vervolgens hebben we zelf verschillende afgedankte boten verzameld en trachten te recycleren om meer inzicht te krijgen in het sloop- en recyclageproces, vooral wat betreft het polyestermateriaal en de financiële aspecten.

Download pdf bestand

VYNieuwpoort

Partners OVAM - afdeling Afval- en Materialenbeheer

Sectoren

Thema's

Organisaties

BELANGRIJKSTE
RESULTATEN

  1. Na onze bevraging bleken er 45 slooprijpe boten aan de Vlaamse kust terug te vinden. Deze inventarisatie is zeker niet volledig en zou best door een onderzoeksbureau uitgevoerd worden, maar toont wel al aan dat er nood is aan een opruimactie.
  2. Wat betreft de recyclage moeten we een onderscheid maken tussen boten die bestemd zijn voor recyclage en boten die nog geschikt zijn voor verkoop. Zo konden we tijdens dit project 7 boten recycleren en 12 verkopen.
  3. Naarmate we steeds meer gerecycleerd materiaal verzamelden, zijn we gestart met de verkoop ervan via onze website. Dit aanbod kreeg veel positieve respons: kopers zijn tevreden met onderdelen en materiaal aan een lage prijs, en wij konden een deel van onze kosten recupereren.
  4. Aan de hand van een aantal persoonlijke verhalen ontdekten we ook dat ons project een uitweg kan bieden aan eigenaars die zich geen raad meer weten met hun boten en het hen de nodige gemoedsrust kan geven.

BELANGRIJKSTE
GELEERDE LESSEN

  1. We merkten een zekere terughoudendheid op bij kustjachthavens om verwaarloosde of slooprijpe boten te signaleren. We denken dat de cijfers hoger zouden liggen bij een bevraging door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Het gebrek aan een juridisch kader en de transportkost om de boot binnen te brengen, vormen ook een mogelijke rem.
  2. Er is nood aan een juridisch kader voor achtergelaten schepen, zodat we sneller in actie kunnen treden om een vaartuig te bergen en af te breken. Zo vermijden we onnodige vervuiling van de waterwegen en havens, én komt er sneller kostbare ruimte vrij voor de schepen van actievere vaarders en betalende klanten.
  3. Een recyclagetaks, te betalen bij de registratie van de boot en/of een jaarlijkse recyclagebijdrage voor eigenaars zouden ook interessante hulpmiddelen zijn. Die zijn al van toepassing in Frankrijk en worden gebruikt om boten achteraf op een correcte manier te kunnen ontmantelen en recycleren.
  4. Boten bestemd voor recyclage zouden op een vlotte manier de weg moeten vinden naar een sloopinrichting in de buurt van de jachthaven. Een vaartuig transporteren over water is tijdrovend, maar geen grote kost indien het zelf nog kan varen; transport over land is al wat moeilijker en duurder.
45 slooprijpe boten
12 boten verkocht
7 boten gerecycleerd

WAT BRENGT
DE TOEKOMST?

We geloven dat ons project een interessant businessmodel bevat en we zullen het verder blijven ontwikkelen. Zo hebben we ondertussen een kraan aangekocht om het materiaal te verkleinen.

We zetten eveneens ons onderzoek verder naar een efficiëntere recyclage van polyester, hopelijk in samenwerking met nieuwe partners die we tijdens dit project leerde kennen, zoals Houtland nv, een firma die de afvalstroom wil gebruiken als vulmiddel voor nieuwe constructies.

Bovendien komt er een betere afbreekplaats op nieuwe terreinen.

Een samenwerking met de Vlaamse Waterweg, om dezelfde problematiek op de binnenwateren van Vlaanderen aan te pakken, kan de economische haalbaarheid van dit project een stuk vergroten.