Peter Bauwens’ melkveehouderij

Waar het gras groener is

“Móéhhh!” Zo klonk het in de stal van Peter Bauwens in Herzele. Vrij vertaald: de koeien waren hun voer van maïs en soja moe. Te veel zetmeel bleek de boosdoener, ze werden er ziek van. Een alternatief vond hij door terug te keren naar de basis: gras. Sindsdien geven zijn koeien een kwart meer melk dan gemiddeld.

De koe bij de hoorns vatten
Met gras, grasklaver, veldbonen, voederbiet en een snufje wintergerst schotelt hij ze nu een menu voor, dat ze met plezier herkauwen. Bauwens kweekt die voederplanten zelf en gelooft daarbij in ‘de kunst van het laten’. Hij ploegt zijn grond niet meer om. Hij stopte ook met kunstmest, insecticiden en fungiciden. Sindsdien schieten de grassen als paddenstoelen uit de grond.

Kleinere ecologische hoefafdruk
Maïs en soja zijn niet alleen slecht voor de koeien, ook voor het milieu. Maïsteelt vraagt veel kunstmest en pesticiden, wat extra CO2-uitstoot en bodemverarming veroorzaakt. Soja? Dat komt vaak uit Zuid-Amerika, waar regenwouden moeten wijken voor sojavelden.

316 ton CO2 bespaard
Door in te zetten op lokaal geteelde grassen als veevoer, verlaagt Bauwens zijn ecologische voetafdruk dus aanzienlijk. Maar hij gaat nóg verder: hij liet een windmolen op zijn erf plaatsen en stoot per jaar sindsdien 316 ton CO2 minder uit. Dat is evenveel als 1,6 miljoen autokilometers.

Peter Bauwens

Sectoren

Thema's

Organisaties