Label Circulair Gebouw

Werken aan erkenning en waardering van circulaire gebouwen

Ons project beoogde de ontwikkeling en het uittesten van een nieuw label: “Circulair Gebouw”. Dit label wilden we lanceren in de bouwsector met een oproep, communicatie en promotieactiviteiten rond de uitreiking van de eerste labels.

In eerste instantie analyseerden we bestaande instrumenten om ‘duurzaamheid van gebouwen’ te meten. We stelden ook een lijst op van uitgewerkte of in uitwerking zijnde instrumenten om ‘circulariteit van gebouwen’ te meten: Level(s), GRO, TOTEM, BREEAM (NL en UK), DGNB, HQE, LEED, BAMB, Circularity Indicator, Cenergie-tool, …

Hierna startten we met de uitwerking van de nieuwe tool. Die beoordeelt gebouwen op 2 vlakken:
- kwantitatief, met aandacht voor toekomstgericht ontwerpen en bouwen, milieu-impact, urban mining en transitie,
- kwalitatief, met aandacht voor scenario-denken en visie en voor de pioniersrol die het gebouw speelt.

Deze aanpak sluit goed aan bij de huidige stand van zaken in praktijk en in kennis, en vult het meetbare, kwantitatieve gedeelte aan met meer procesgerichte indicatoren en evaluatie. Een jury kan dan bv. het accent meer of minder op bepaalde circulaire concepten leggen, of verschillende ‘laureaten’ of ‘pioniers’ identificeren voor de verschillende onderdelen van ‘een circulair gebouw’ en deze middels een ‘Award’ een extra waardering geven als voorbeeldproject.

Het uitwerken van een duurzaam en passend businessmodel was cruciaal maar bleek complexer dan gedacht. Het vroeg veel meer tijd dan voorzien. De laatste fase van het project (lancering en uitreiking van het label ‘Circulair gebouw’) is daardoor uitgesteld.

BELANGRIJKSTE
RESULTATEN

  1. We plaatsten een beta-versie van de uitgewerkte methodiek online zodat verschillende partijen deze kunnen uittesten en feedback geven. Zo kan de methodiek verder groeien.

BELANGRIJKSTE
GELEERDE LESSEN

  1. Het ontwikkelen van een methodiek die de circulariteit van een gebouw ‘berekent’ blijkt complexer te zijn dan aanvankelijk gedacht. Welke kwantitatieve en kwalitatieve data worden er meegenomen? Wanneer is de volledige – of zo volledig mogelijk – set aan variabelen voor het toekennen van het label bereikt? Voldoet de ontwikkelde methodiek ook aan de marktbehoefte? Hoe houden we de lijst met vragen behapbaar en gebruiksvriendelijk? Hoe houden we een balans tussen de objectieve en subjectieve data zonder aan geloofwaardigheid in te boeten? …

    Deze vragen zullen in de toekomst opgepakt en meerdere malen opnieuw geëvalueerd moeten worden, om het label te kunnen laten ontwikkelen tot een sterk merk met een groot draagvlak.
  2. De evaluaties van de factoren die nodig zijn om tot een passend businessmodel te komen, bleken gedurende het project niet voldoende te zijn om een weloverwogen keuze te maken voor de toekomst. Het was een goede keuze om deze expertise en begeleiding in het proces in te huren.

WAT BRENGT
DE TOEKOMST?

Vanuit de markt is er meer en meer vraag naar het aanbieden van instrumenten om de circulariteit van gebouwen te meten en een leidraad aan te bieden voor nieuwe circulaire bouwprojecten. Vanuit die vraag en omdat er nog steeds potentieel is voor een sterk label, zetten we het project voort.

Het label (al dan niet in combinatie met een award) zal immers bijdragen aan de erkenning en waardering van circulaire gebouwen.

Verdere invulling van het label zal binnen het Interreg CBCI (Circulair Biobased Construction Industry) gebeuren. Binnen deze nieuwe projectscope, zullen we de methodiek verder testen in de markt, het businessmodel toetsen bij stakeholders en werken richting de oplevering en lancering van het label, inclusief de strategie en bijbehorende (digitale) tools en communicatie.

De voortgang van het initiatief is dus gegarandeerd.