De gemeente als circulaire bouwregisseur

Rollen voor lokale overheden in de circulaire bouweconomie

In Europa is de bouwsector verantwoordelijk voor maar liefst 50% van het totale grondstoffengebruik, 36% van de totale broeikasgasemissies en 30% van de afvalproductie. In verschillende Vlaamse steden en gemeenten is de laatste jaren de ambitie sterk gegroeid om de milieu-impact van bouwen te verminderen. Het ontwikkelen en implementeren van circulaire bouwpraktijken en een circulair bouwbeleid wordt een belangrijke pijler in de overgang naar een circulaire economie. 

Om die systeemomslag te versnellen, zocht de stad Mechelen uit hoe lokale besturen een actieve rol kunnen spelen als circulaire bouwregisseur. Dat concept omvat niet zozeer een concreet persoon, maar wel een actief proces, een beleidsmix en een toolbox van mechanismen die voor steden en gemeenten een sleutel zijn naar een duurzamere bouwpraktijk. 

Concreet stelden we vier proefcases op, verspreid over de verschillende stadsdiensten die (on)rechtstreeks met de bouwwereld in interactie treden, waarin telkens een gericht experiment rond circulariteit werd opgezet. Telkens kwamen andere tools en thema’s aan bod, en speelde de stad een andere rol. Dit alles werd opgevolgd en begeleid door een nieuwe medewerker die zich specifiek richtte op het thema circulair bouwen. VUB Architectural Engineering zette de structuur voor het onderzoek uit. 

Beeld: © Caaap

BELANGRIJKSTE
RESULTATEN

  1. Met de proefcases konden we een strategisch overzicht opbouwen van mogelijke interacties tussen de stad en de bouwwereld en verbanden leggen tussen de verschillende rollen. Zo analyseerden we de rol van de stedenbouwkundige verordening voor een circulair bouwbeleid. 
  2. Tijdens verschillende workshops overlegden we intensief met andere lokale besturen, die met gelijkaardige vragen worstelden en elk al een deeltje van de puzzel hebben opgelost. We leerden uit hun ervaringen en konden onze eigen bevindingen doorgeven. 
  3. Met de bouwteams testten we een aantal nieuwe tools, die we vertaalden naar structurele praktijken. Zo hebben we bv. de leidraad voor maximaal waardebehoud bij herbestemmings- , renovatie- en sloopprojecten ontworpen, maar vaak ook bestaande processen herzien. 
  4. Op basis van onze ervaringen maakten we een synthese door de verkende rollen en instrumenten uit te zetten in een matrix van beleidsacties. Daarmee willen we andere steden en gemeenten (ook na dit project) een houvast bieden. 

BELANGRIJKSTE
GELEERDE LESSEN

  1. Om intern draagvlak te bekomen, is het een goede keuze te starten vanuit de vertrouwde instrumenten en procedures. Dat geeft een houvast. Door in concrete cases de juiste vragen te stellen, leren medewerkers gaandeweg de kaders, denklogica en nuances van het circulaire thema te doorgronden. 
  2. Naarmate het thema doorsijpelt in de werking van de verschillende diensten, moet er ook meer gecoördineerd worden om tot een integrale en coherente aanpak te komen. Een transversale werking organiseren is voor vele gemeenten echter niet vanzelfsprekend. 
  3. Het capaciteitstekort bij vele lokale besturen toont aan dat een goede afstemming tussen verschillende beleidsniveaus zeer wenselijk is. Het zou interessant zijn om via doorwerking van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) circulaire thema’s van stedelijk naar Vlaams niveau te krijgen. 
  4. Hoewel het vaak de eerste reflex is om te kiezen voor harde, verordenende maatregelen, konden we aantonen dat ook zachte, faciliterende en ondersteunende maatregelen het circulair potentieel aanzienlijk kunnen vergroten. 
5 intergemeentelijke workshops
4 pilotcases
16 voorbeeld-beleidsacties

WAT BRENGT
DE TOEKOMST?

De nieuwe personeelscapaciteit die dit project mogelijk maakte, is dankzij nieuwe onderzoekstrajecten verzekerd tot eind 2025. Zo kunnen we blijven leren rond circulair bouwen en onze bevindingen blijvend delen met andere besturen. 

Een eerste vervolgproject is Sloopteams, een onderzoek rond innovatief sloopbeleid in het kader van de VLAIO Living Labs. Hierin zullen we als openbare opdrachtgever meewerken aan de ontwikkeling van een code van goede praktijk voor sloopprojecten en een geïntegreerd opdrachtgeverschap. Daarnaast maken we ook deel uit van verschillende projectconsortia rond urban mining en circulaire materialenhubs, zoals Bouwmijn en PREUSE. 

Verder focussen we ons op het uitrollen van de projectresultaten in de verschillende andere standsdiensten, werken we een actieplan voor circulair bouwen uit, en volgen we circulaire bouw-, sloop- en stadsontwikkelingsprojecten op. 

Tot slot ondertekenden we ook, in lijn met eerdere engagementen rond het reduceren van onze materialenvoetafdruk, als eerste lokale overheid het betonakkoord.