Wordt circulariteit eindelijk mainstream?

donderdag 22 april 2021

Heb je het ook al gemerkt? Circulariteit is beetje bij beetje ons leven aan het binnendringen. Na de dappere pioniers beginnen nu ook grote consumentenmerken zich te manifesteren. Circulaire projecten verhuizen van de vergadertafel naar de consument. Wordt circulariteit eindelijk mainstream?

Nomen est omen

Verschillende grote retailers lanceerden het afgelopen jaar circulaire initiatieven. En sommigen doen dat heel expliciet. Decathlon bijvoorbeeld, met zijn Circular Bike Project. Dat moedigt klanten aan om ongebruikte fietsen in te leveren, zodat Decathlon ze tweedehands kan verkopen. En ook hun recentste initiatief www.weplaycircular.be windt er geen doekjes om. Met deze gloednieuwe abonnementsformule kan je al het sportmateriaal uit de Decathlon catalogus lenen in plaats van het zelf aan te kopen. Daardoor worden de artikelen intensiever gebruikt. En gedeeld in plaats van aangekocht.
Over abonnementen gesproken, ook bij Coolblue kan je er sluiten - voor groot elektro zoals een wasmachine, droogkast, vaatwasser, koelkast of diepvriezer. Je hoeft dan geen nieuw toestel te kopen, maar hebt voor een vast bedrag per maand een energiezuinig kwaliteitstoestel in huis.

Een andere klinkende naam die volop de circulaire kaart trekt, is IKEA. Begin maart opende de Zweedse meubelgigant een ‘Circular hub’ in zijn vestiging in het Waalse Bergen. In deze ‘Koopjeshoek 2.0’ krijgen IKEA meubels een tweede leven. Er worden onder andere meubels hersteld en tweedehandsmeubels verkocht. Als het aan IKEA ligt, krijgt elke vestiging binnenkort zo’n hub. Een ideale manier om klanten op een laagdrempelige manier te laten kennismaken met circulariteit.
 
Bedden- en matrassenfabrikant Auping, ten slotte, pakt uit met Evolve. Ze promoten de matras onomwonden als ‘de eerste circulaire matras ter wereld’. Evolve heeft dan ook haar een eigen ‘Circularity passport’. Dat bevat transparante info over de herkomst van de gebruikte materialen en over het recycleren van de matras. Je kan het paspoort raadplegen door het etiket op de matras te scannen. Kortom, wat de circulariteit betreft, slaap je alvast op beide oren.

Maar zoals gezegd: Decathlon, IKEA en Auping zijn niet de enigen. Bij heel wat bedrijven groeit het bewustzijn dat het anders moet. En dat het anders kàn. Met vernieuwende diensten en producten introduceren ze ons in de circulaire economie - vaak zonder dat we het zelf beseffen.

Dumpsterdiven is passé

Een mooi voorbeeld zijn alle initiatieven in de strijd tegen voedselverspilling en -verlies.
Zo is er Colruyt dat soep maakt met overschotten van lokaal geteelde verse seizoensgroenten. Deze Boni enVie soepen worden geproduceerd door de Brusselse start-up enVie die langdurig werklozen begeleidt. De supermarktketen slaat zo twee vliegen in één klap: het biedt een concreet antwoord op voedselverspilling én op langdurige werkloosheid. Met ‘From Waste To Taste’ biedt Delhaize een gelijkaardig assortiment aan. Het bestaat uit een reeks sapjes van lelijke groenten en fruit, en soepen van overschotten van Belgische groenten. Producten die niet geschikt waren voor de versmarkt komen op die manier toch in de winkelrekken terecht. En de consument? Die beseft waarschijnlijk niet eens dat hij een circulair soepje of sapje aan het drinken is.

Ook Too Good To Go is een kind van de circulaire economie. In de app bieden voedingswinkels en horecazaken eten aan dat ze vlak voor sluitingstijd nog in hun toonbank hebben liggen. En dat tegen een sterk verlaagde prijs. Door het eten te kopen, red je het van de vuilnisbelt. Zelfs warenhuisketens zoals Carrefour, Delhaize, Match en Smatch maken gebruik van de app. Omdat verkopen beter is dan wegsmijten, is Too Good To Go voor hen een mooie aanvulling op de gekende snelverkoop in de winkel.

Met ‘Good Taste, Zero Waste’ doet ook Lidl zijn duit in het zakje. Artikelen die moeilijk in het winkelmandje terechtkomen omdat ze die dag vervallen of omdat de verpakking beschadigd is, verkoopt de supermarkt aan een bodemprijs. Bovendien schenkt Lidl alle inkomsten van deze verkoop integraal aan de Voedselbanken. De kers op de taart!

Een pluim op de hoed

Gedaan met eten? Dan gooien we een blik in de kleerkast, want ook de modesector blijft niet achter. Met haar mode aan dumpingprijzen bezorgde de fast fashion de hele industrie een slechte naam. Ze is dan ook het schoolvoorbeeld van het lineair economisch model: veel produceren, veel verkopen, veel weggooien. Kleine ontwerpers roeien dapper tegen de stroom in, met de riemen die ze hebben. Maar ook grote merken beginnen hun schip te keren en zoeken hun eigen weg. Een weg waarin de liefde voor hun product terug centraal staat, gedreven door de creativiteit die de sector typeert.

Zo dook ontwerper Edouard Vermeulen van modehuis Natan in zijn zomercollectie van vorig jaar en herwerkte hij de stockoverschotten tot ‘Circular’, een nieuwe capsulecollectie voor deze zomer. Door stockkledij op die manier een frisse creatieve impuls te geven, herleeft het respect voor het vakmanschap en het product. En met zijn aanpak gaat het luxemerk in tegen de trend van overproductie en overconsumptie.

Ook lederwarenhuis Delvaux experimenteert. Het sloeg onlangs de handen in elkaar met Labellov, online retailer voor designer tweedehandsspullen. Deze en volgende maand kunnen eigenaars van een Delvaux-handtas hun exemplaar binnenbrengen in een boetiek. In ruil krijgen ze een tegoedbon van het merk. En Labellov zorgt ervoor dat de preloved stukken een nieuwe eigenaar gelukkig maken. Het initiatief houdt oude handtassen in omloop en verlengt de levensduur van de luxeartikelen.

Maar ook wie in grote kledingketens shopt, kan tegenwoordig mode met een circulaire touch scoren. I AM, bijvoorbeeld, is een duurzame collectie van JBC voor het hele gezin. Daarin vind je onder andere broeken van Post-Consumer Waste denim. De jeans bevatten 20% vezels die gemaakt zijn uit oude broeken, aangevuld met 79% biokatoen en 1% elasthan.

Globaal gezien staat circulaire mode nog in de kinderschoenen. Dat een populair merk als JBC toch met veel enthousiasme op de trein springt omdat het gelooft in de positieve impact ervan, toont duidelijk aan dat de circulaire (r)evolutie zich op gang trekt. Eindstation? Een duurzame wereld zonder verspilling.

Deel dit artikel