We organiseren onze acties in zes thematische werkagenda's:
Werkagenda's:
Bio-economie
Circulair Bouwen
Chemie/Kunststoffen
Maakindustrie
Voedselketen
Waterkringlopen
Zeven hefboomwerkingen zorgen voor extra ondersteuning:
Hefboomwerkingen:
Beleidsinstrumenten
Circulair aankopen
Communicatie
Innoveren & Ondernemen
Financiering
Jobs & Vaardigheden
Onderzoek
Wat, waarom en hoe?
Waarom gaan we voor een circulaire economie?
Toekomstbeelden 2050
Hoe zien we onze circulaire toekomst?
Over onze aansturing
Wie stuurt wat bij Vlaanderen Circulair?
woensdag 20 november 2024
Uit nieuw onderzoek bij vijf Vlaamse pilootgemeenten blijkt dat we een flink deel van de klimaatcrisis kunnen aanpakken door lokale deel- en hergebruikprojecten op te schalen. Een kringwinkel vermijdt elk jaar het CO2-equivalent van maar liefst 45.500 nieuwe t-shirts. Ook deelauto’s en hergebruik van bouwmateriaal tonen enorm potentieel om CO2 te besparen. De onderzoekers roepen lokale besturen op om deze praktijken uit te breiden, en de Vlaamse overheid om hen hierin te ondersteunen met een eenvoudig en betrouwbaar rekenmodel.
Meer dan 50% van onze CO2-uitstoot is indirect. Het vindt plaats bij het ontginnen van grondstoffen, productie, transport en afvalverwerking. Om dit aan te pakken moeten we onze consumptie minderen en anders organiseren. Iedereen kent wel een paar voorbeelden van hoe dit mogelijk is: de kringwinkels, autodelen, sociale voedseldistributie, Repair Cafés, ... De gekwantificeerde bijdrage van deze initiatieven aan lokale klimaatdoelstellingen bleef tot nu toe onbekend, maar nieuw onderzoek door Vlaanderen Circulair, Ecolife, VVSG en Bond Beter Leefmilieu geeft lokale overheden inzicht in de cijfers van vijf lokale overheden: Brugge, Diest, Dendermonde, Ieper en Lanaken.
Zo vermijdt de kringwinkel van Ieper jaarlijks 318.963 kg CO2, het equivalent van de productie van 45.500 t-shirts. Als één kringwinkel dit kan verwezenlijken, beeld je dan in hoeveel CO2 we kunnen vermijden door tweedehandswinkels, rommelmarkten, materiaalverhuur, geefpunten en het delen van spullen verder te stimuleren.
De meest materiaalintensieve industrie van Europa is de bouwsector. Wist je dat bij de productie van de bouwmaterialen van een huis ongeveer evenveel CO2 vrijkomt als bij het verwarmen ervan gedurende de hele levensduur? Een manier waarop lokale besturen deze uitstoot kunnen beperken is door het opzetten van bouwmateriaalbanken. Hier kan sloopmateriaal tijdelijk gestockeerd worden voor hergebruik. Het onderzoek toont aan dat de volledige CO2 die zou vrijkomen bij productie, hierdoor vermeden wordt. In het bijzonder voor aluminium, staal en kunststof is de klimaatwinst groot.
De tweede meest materiaalintensieve sector is die van mobiliteit. Een auto produceren kost ruwweg evenveel CO2 kost als er 80.000 km mee rijden. Het vraagt niet veel inbeeldingsvermogen om te begrijpen dat autodelen hier een doeltreffende oplossing voor biedt, wat door het onderzoek bevestigd werd. Zo kan een deelauto tot 9 privéwagens vervangen, wat tot een indrukwekkende indirecte CO2-winst leidt. Door ruimte opzij te zetten voor deelwagens, besparen lokale besturen budget, ruimte en planeet voor hun inwoners.
Op dit ogenblik wordt in de onderzochte steden en gemeenten de grootste klimaatwinst gemaakt door de kringwinkels. Deze praktijk is dan ook al het beste ingeburgerd. Het opzetten van bouwmateriaalbanken en meer inzetten op deelauto’s, moet de komende jaren flink ondersteund worden om hun klimaatpotentieel te realiseren.
Dit geldt ook voor de kleinere initiatieven die in het onderzoek aan bod kwamen: sociale voedselherverdeling en Repair Cafés. Door voedseloverschotten te herverdelen bespaar je haast ogenblikkelijk de volledige CO2-impact van voedselverspilling. Voor elk elektrotoestel dat in een Repair Café hersteld wordt, vermijd je de helft van de CO2 van de productie van een nieuw toestel, omdat de aankoop van een nieuw toestel wordt uitgesteld. Toch kent niet elke stad of gemeente deze initiatieven, en als ze er wel zijn, is het vaak op kleine schaal. Hoog tijd voor opschaling van deze initiatieven, die bovendien ook bijdragen aan de strijd tegen armoede en zorgen voor meer sociale cohesie.
Lokale besturen kunnen hun klimaatambities flink versnellen door circulaire initiatieven op te starten en uit te breiden. Zo zijn er nog maar weinig Vlaamse steden of gemeenten met materiaalbanken voor sloopmateriaal en hebben deelauto’s een enorm onbenut groeipotentieel. De initiatieven uit dit onderzoek zijn handvatten waar lokale Besturen vandaag nog mee aan de slag kunnen, maar er bestaan nog een pak meer oplossingen voor hergebruik die zij kunnen ondersteunen. De Vlaamse Overheid kan steden en gemeenten helpen door een overzichtelijk, eenvoudig en betrouwbaar rekenmodel op poten te zetten, om hergebruik en delen steevast in hun klimaatplannen te verankeren. Waar wachten we op?