We organiseren onze acties in zes thematische werkagenda's:
Werkagenda's:
Bio-economie
Circulair Bouwen
Chemie/Kunststoffen
Maakindustrie
Voedselketen
Waterkringlopen
Zeven hefboomwerkingen zorgen voor extra ondersteuning:
Hefboomwerkingen:
Beleidsinstrumenten
Circulair aankopen
Communicatie
Innoveren & Ondernemen
Financiering
Jobs & Vaardigheden
Onderzoek
Wat, waarom en hoe?
Waarom gaan we voor een circulaire economie?
Toekomstbeelden 2050
Hoe zien we onze circulaire toekomst?
Over onze aansturing
Wie stuurt wat bij Vlaanderen Circulair?
maandag 8 juni 2020
Hoe ver staat de circulaire economie in Vlaanderen en hoe snel boekt ze vooruitgang? Om dat te achterhalen hebben we een gedetailleerde set van indicatoren nodig. Daarom werkt het Steunpunt Circulaire Economie samen met tal van partners in de transitie aan een Vlaamse monitor voor de circulaire economie. Een toelichting in vijf vragen en antwoorden.
Er zijn veel manieren om de circulaire economie te meten. De meest bekende is wellicht het Circularity Gap Reporting Initiative van Circle Economy. Dat initiatief bundelt tal van statistieken in één cijfer. Hun conclusie: de Nederlandse economie is 24,5% circulair en de globale economie is 8,6% circulair. Wij gaan het warm water niet uitvinden, maar kiezen voor Vlaanderen een andere weg. Die van een gelaagde monitor.
Het Steunpunt Circulaire Economie bouwt daartoe een kader waarmee we indicatoren kunnen selecteren en ontwikkelen. Het concept bestaat uit drie lagen, van een hoog en abstract niveau naar een laag en concreet niveau:
Die macro-indicatoren geven op samenvattende wijze voor heel Vlaanderen de voortgang naar de circulaire economie weer. Ze geven inzicht in ons verbruik van materialen, water, bodem en ruimte.
Zij meten vier behoeftesystemen: huisvesting, voeding & water, consumptiegoederen en mobiliteit. Door te kiezen voor behoeftesystemen, en niet voor bijvoorbeeld sectoren (bouw, auto-industrie...), kunnen we met een bredere blik naar de indicatoren kijken. Onze (circulaire) economie moet sowieso in deze behoeften voorzien, dat staat vast. De maniér waarop we die behoeften vervullen kan wél erg variëren. Een mobiliteitsbehoefte kan bijvoorbeeld ingevuld worden met pakweg bredere wegen, meer auto's, langere bussen, meer treinen, meer deelauto's, enzovoort. We gaan dus niet enkel kijken naar de productie van auto's of huizen, maar naar een zo volledig mogelijk plaatje op het niveau van de behoefte.
Dat plaatje vullen we vervolgens zo volledig mogelijk in met bestaande én nieuwe bronnen van data. Voor mobiliteit bijvoorbeeld, verzamelen we tal van cijfers gaande van het aantal deelabonnementen over het aantal passagiers op openbaar vervoer tot de bestemming van afgedankte banden.
Daarmee maken we een representatieve steekproef van onze dagelijkse consumptie. Die steekproef moet natuurlijk nauw verband houden met de circulaire economie. Een voorbeeld: de omzet van repair shops voor gsm's. Stijgen of dalen onze uitgaven voor het herstellen van elektronica?
We hebben vandaag (juni 2020) indicatoren van de OVAM (materialen, afval, hergebruik...) en mobiliteit in beeld. De resultaten van deze eerste set indicatoren zijn gemengd.
Het Steunpunt werkt de behoeftesystemen één voor één zo volledig mogelijk uit. Voor het systeem mobiliteit is het werk inmiddels geleverd. De indicatoren voor huisvesting en consumptiegoederen volgen eind dit jaar. Het systeem voeding werken we af in 2021. Tegen eind 2021 is het kader van de Vlaamse Circulaire Economiemonitor klaar en publiek.