We organiseren onze acties in zes thematische werkagenda's:
Werkagenda's:
Bio-economie
Circulair Bouwen
Chemie/Kunststoffen
Maakindustrie
Voedselketen
Waterkringlopen
Zeven hefboomwerkingen zorgen voor extra ondersteuning:
Hefboomwerkingen:
Beleidsinstrumenten
Circulair aankopen
Communicatie
Innoveren & Ondernemen
Financiering
Jobs & Vaardigheden
Onderzoek
Wat, waarom en hoe?
Waarom gaan we voor een circulaire economie?
Toekomstbeelden 2050
Hoe zien we onze circulaire toekomst?
Over onze aansturing
Wie stuurt wat bij Vlaanderen Circulair?
donderdag 25 januari 2018
We spraken met Jan Van Havenbergh van Catalisti over duurzaamheid in de chemie- en kunststoffensector, en welke rol Catalisti daarin speelt. Is er een transitie bezig van de in petroleum verankerde chemie naar een chemiesector waarin de grondstof biomassa is - planten, of onderdelen van planten? Op welke manier zit het circulaire denken - een product integraal benaderen, van grondstof tot grondstof, ingebed in de chemie?
Op een zonnige late zomerdag troont Jan Van Havenbergh van Catalisti ons mee door het nieuwe Havenhuis, daar waar het Eilandje met zijn oude droogdokken, het Albertkanaal en de Antwerpse haven samenkomen. “Misschien is het een beetje vreemd dat onze bureaus in het havenhuis liggen,” verontschuldigt hij zich, “want eigenlijk zetten we ons als organisatie in voor alle chemische en kunststofbedrijven in Vlaanderen. We werken samen met bedrijven van West-Vlaanderen tot in Limburg.”
Catalisti is een organisatie die innovatie en duurzaamheid wil - what’s in a name - katalyseren bij chemie- en kunststofbedrijven. Het is een verzameling van wetenschappers en consultants, geleid door manager Jan Van Havenbergh. Catalisti brengt bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen, en wil daarmee de internationale voorsprong verzekeren die Vlaanderen heeft op gebied van chemie en kunststof. De medewerkers van Catalisti zijn matchmakers. Dat doen ze door op zoek te gaan naar nieuwe samenwerkingen, efficiëntere processen en duurzame oplossingen. Resultaat waar ze naar streven: een competitieve, internationale, innovatieve, duurzame chemie- en kunststofsector.
We praten in het Havenhuis over duurzaamheid in de chemie- en kunststoffensector, en welke rol Catalisti daarin speelt. Is er een transitie bezig van de in petroleum verankerde chemie naar een chemiesector waarin de grondstof biomassa is - planten, of onderdelen van planten? Op welke manier zit het circulaire denken - een product integraal benaderen, van grondstof tot grondstof, ingebed in de chemie?
In essentie is chemie scheikunde, ‘de kunst van deeltjes scheiden’. Chemie is een versnipper(en)de bezigheid. “De processen die de chemie hanteert zijn zeer gefocuste processen. De hele levensloop van een grondstof bekijken door een circulaire bril - from cradle to cradle - is niet evident,” legt Van Havenbergh uit. “Onze sector focust zich vaak op bepaalde aspecten van een element. Een wetenschapper kan zich bijvoorbeeld zijn hele carrière bezighouden met de eigenschappen van vertakte alcoholen.”
“De processen die de chemie hanteert zijn zeer gefocuste processen. De hele levensloop van een grondstof bekijken door een circulaire bril - from cradle to cradle - is niet evident,”
Jan Van Havenbergh
Net daarom initieerde Essenscia - de sectorfederatie van de chemie, kunststoffen en life sciences in Vlaanderen - in maart 2012 FISCH, een innovatieplatform. FISCH - staat voor Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry - ging op zoek naar duurzame kruisbestuivingen binnen de chemische sector. “Ook bij FISCH was ik verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur,” aldus Van Havenbergh.
In december 2016 werd FISCH onder de nieuwe naam Catalisti een ‘speerpuntcluster’. Dat is een organisatie die voor een voor Vlaanderen strategisch domein, een ambitieuze lange termijnstrategie en competitiviteitsprogramma ontwikkelt en uitvoert. Dat doen ze door samenwerkingen tussen ondernemingen, kennisinstellingen en overheid op te zetten - een strategie die bekend is als triple-helix. Naast Catalisti bestaan er nog vier speerpuntclusters: voor de agrovoedingsindustrie (Flanders Food), voor materialen (SIM), voor energie (FLUX50) en voor logistiek en transport (VIL).
Door Catalisti te ondersteunen, spreekt de Vlaamse Overheid zich uitdrukkelijk uit voor de duurzame innovatie binnen de chemie en kunststofverwerking om op zoek te gaan naar alternatieve of biogebaseerde grondstoffen, meer energie-efficiëntie en het hergebruik van afval- en nevenstromen in een circulaire economie.
“Als we het bij Catalisti over duurzaamheid hebben, letten we op vier dingen,” vertelt Van Havenbergh. “Er zijn drie tactieken die we toepassen om zo circulair mogelijk te werken:
Daarnaast proberen we, als vierde strategisch punt, biomassa naar voren te schuiven als hernieuwbare grondstof.”
“Een voorbeeld van zo’n hernieuwbare grondstof is suikerbiet,” licht Van Havenbergh toe. “Dat gewas wordt al eeuwenlang gekweekt in deze streken, de Vlaamse en Nederlandse grond is er uitermate geschikt voor. Van suikerbieten weet men dat ze relatief gemakkelijk CO2 in suiker kunnen omzetten. Vanuit Catalisti gaven we bijvoorbeeld dat idee een duwtje in de rug,” zegt Van Havenbergh.
“Onlangs lanceerden we een oproep bij bedrijven en kennisinstellingen uit ons netwerk om samen een plan uit te werken om het chemisch potentieel van het gewas te onderzoeken. Als we op termijn hier suikerbieten kunnen kweken als grondstof voor de chemie, heeft dat natuurlijk heel wat positieve effecten op het aantal transportkilometers, of op bijvoorbeeld lokale tewerkstelling - én het kan onze CO2-uitstoot doen dalen.”
"Als we op termijn hier suikerbieten kunnen kweken als grondstof voor de chemie kan dat onze CO2-uitstoot doen dalen.”
Jan Van Havenbergh
Een andere piste om de sector duurzamer te maken, is door nevenstromen op te waarderen. Nevenstromen of reststromen zijn bijproducten waar een producent zelf niets mee aanvangt - ze vormen het ‘afval’ van de industriële productie. “In 2015, nog ten tijde van FISCH, ondersteunden we zo de oprichting van InOpSys, een spin-offbedrijf van de KULeuven dat een mobiele mini-zuiveringsinstallatie ontwierp om occasionele reststromen te zuiveren,” legt Van Havenbergh uit. “Geneesmiddelenfabrikant Janssen Pharmaceutica was op zoek naar een oplossing voor tijdelijke, relatief kleinschalige reststromen.”
“In dit geval ging het om het afvalwater van een geneesmiddel dat Janssen slechts enkele keren per jaar produceerde. InOpSys verwerkte dat afvalwater en verkocht de stoffen die Janssen opnieuw kon gebruiken terug aan hen. Het voordeel van die reststromen op te speuren en te valoriseren, is dubbel. Bedrijven hoeven geen grote investeringen te maken in risicovol en duur onderzoek naar die relatief kleine afvalstromen, en we dragen verder bij aan een meer circulaire industrie - waarbij de reststromen van de ene grondstof worden voor de andere.”
Een derde manier waarop de chemische en kunststoffensector groener kan worden, is wanneer hun processen efficiënter en minder vervuilend worden. “Die inspanningen brengen we onder bij ‘procesoptimalisatie’,” licht Van Havenbergh toe. “We brengen bedrijven, en kennisinstellingen dan ook geregeld samen om processen die nu soms energieverslindend of vervuilend zijn, te optimaliseren. Zo zochten we samen met Agfa Gevaert in Mortsel, 3M in Zwijndrecht en Janssen Pharmaceutica in Geel naar manieren om de ‘flow-technologie’ te introduceren - zeg maar de ‘lopende band’ in de chemie.”
Beeld je een continu stromende ‘pijp’ in waarin de verschillende ingrediënten apart, op verschillende plaatsen gecontroleerd worden toegevoegd. “Het voordeel is dat je continu kan doseren en bijsturen, en de temperatuur en druk ook beter beheerst” aldus Van Havenbergh. “Die ‘flow’-processen kunnen grote mengketels vervangen, die vaak energieverslindend zijn en duur in onderhoud. De techniek vermindert de afvalstroom en maakt het mogelijk om energie en kwaliteit beter te controleren.”
“We brengen bedrijven, en kennisinstellingen dan ook geregeld samen om processen die nu soms energieverslindend of vervuilend zijn, te optimaliseren."
Jan Van Havenbergh
“Tenslotte gaan we op zoek naar het ‘ecologische gat in de markt’,” vertelt Van Havenbergh. “We identificeren producten die vandaag een al te grote ecologische impact hebben, en stimuleren onderzoek naar manieren om de bestanddelen van die producten duurzamer te maken. Zo hebben we een project lopen samen met overheidspartners, kunststofproducenten en universitaire onderzoeksgroepen. Het project heet FREE FOAM. We gaan er samen met fabrikanten van schuimpolymeren - dat is het materiaal dat gebruikt wordt in onder andere PUR, isolatiemateriaal of lichtere plastics - op zoek naar minder schadelijke manieren om hun kunststoffen lichter en sterker te maken.”
“Onderzoek toonde aan dat er bij de klassieke productie van bepaalde schuimpolymeren, milieuonvriendelijke stoffen kunnen vrijkomen. Binnenkort worden die stoffen verboden en zijn de producenten verplicht om een andere productiewijze toe te passen. De partners die we bij elkaar brachten werken nu samen een duurzaam alternatief uit,” aldus Van Havenbergh.
Die vier pistes, inzetten op hernieuwbare grondstoffen, opwaardering van nevenstromen, duurzame processen en innovatieve duurzame materialen, vormen de kern van ons beleid,” vat Van Havenbergh samen. “Maar duurzaamheid binnen chemie en kunststoffen is onvermijdelijk breder dan dat. Vanuit Catalisti stimuleren we ook onderzoek naar nieuwe biogebaseerde materialen die gemakkelijk recycleerbaar zijn. Want hoewel dat misschien onlogisch lijkt, zijn vele biobased producten niet biologisch afbreekbaar of gemakkelijk recycleerbaar. Goed afbreekbare stoffen zorgen ervoor dat producten vlot deel kunnen uitmaken van de circulaire economie.”
“Als je de websites van de chemische reuzen in Vlaanderen erop na leest, zou je misschien verbaasd zijn hoe belangrijk duurzaam zaakvoeren voor de meeste bedrijven vandaag al is. We zien dat organisaties, ook zonder onze impulsen, zwaar inzetten op duurzaamheid - in de brede zin dan. Duurzaamheid betekent letterlijk ‘de eigenschap van lang en goed te blijven bestaan’. Voor de Vlaamse bedrijven bestaat dat veelal uit people-planet-profit: de combinatie van sociaal juist te handelen, hun ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden en een goed financieel beheer,” vertelt Van Havenbergh.
“Als je de websites van de chemische reuzen in Vlaanderen erop na leest, zou je misschien verbaasd zijn hoe belangrijk duurzaam zaakvoeren voor de meeste bedrijven vandaag al is."
Jan Van Havenbergh
“Eigenlijk is het aandeel van de chemische sector in de fossiele industrie beperkter dan de meeste mensen denken,” licht Van Havenbergh toe. “Van de totale wereldvoorraad aan petroleum, wordt er slechts zo’n vijf procent door de chemie verwerkt. Wat daaruit voortkomt zijn hoogwaardige, moeilijk te vervangen stoffen, bijvoorbeeld bestanddelen voor geneesmiddelen of voor hoogwaardige kunststoffen of textielen. Je hoort me niet in twijfel trekken dat we alternatieven voor die fossiele afhankelijkheid moeten zoeken, dat is zeker nodig,” zegt hij, “maar fossiele brandstoffen als energiebron gebruiken is eigenlijk een pak minder waardevol dan ze in de chemie te gebruiken. Energie kan je ook uit niet-fossiele stoffen halen. Volgens mij is het wijzer om op dit moment in te zetten op alternatieven voor fossiele energie, dan het volledig bannen van fossiele stoffen uit chemie.”
We kijken door de ramen van het nieuwe Havenhuis en zien de uitgestrekte industrieterreinen tot ver aan de einder liggen. Chemie is groot in Vlaanderen, niet enkel in de havens, maar in alle provincies. Van de West-Vlaamse textielindustrie tot de kunststofproducenten aan het Albertkanaal. De chemische en kunststofindustrie staat voor state-of-the-art-wetenschap, jobs, prestige, maar is ook resultaat van een lange fossiele traditie. De matchmakers van Catalisti zijn een uiterst waardevolle link die daar mee verandering in kan brengen.
“Van de totale wereldvoorraad aan petroleum, wordt er slechts zo’n vijf procent door de chemie verwerkt."
Jan Van Havenbergh