ReGrow4C

Herbruikbare teeltsubstraten voor een circulaire sierteelt

De ontginning van veen, o.a. voor sierteelt, staat ter discussie omdat veengebieden als uniek habitat worden beschouwd voor beschermde plant- en diersoorten. Bovendien gaat de extractie van veen gepaard met een belangrijke CO2-uitstoot. Elke kubieke meter veen die we kunnen hergebruiken, staat in voor een vermindering van de CO2-uitstoot, en leidt dus tot een lagere impact op het klimaat en milieu.

Daarom investeert het sierteeltbedrijf JoLuPlant NV in Staden al twee jaar in het opwaarderen en hergebruiken van teeltsubstraten op basis van veen, afkomstig van aardbei- en komkommertelers in de buurt. We geloven erin dat we teeltsubstraten kunnen verwerken tot herbruikbare, kwaliteitsvolle potgrond, die we opnieuw als grondstof kunnen gebruiken voor een andere teelt, bijvoorbeeld chrysanten.

Via dit project willen we, samen met het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), de bewaring en verwerking in ons recyclageproces onder de loep nemen en waar nodig bijsturen, optimaliseren en verduurzamen. Zo willen we de efficiëntie van onze stoombehandeling onderzoeken en testen voor schimmels, insecten en onkruidzaden. We beoordelen de kwaliteit van het gerecycleerde substraat en gaan na of de bemesting moet worden bijgestuurd. We hebben het gestoomde substraat ook getest voor enkele typische sierteeltgewassen in de stek- en de opkweekfase. Ten slotte hebben we ons proces ook afgetoetst aan het wettelijk kader.

Pieters Jozef en Luc

Partners Proefcentrum voor Sierteelt vzw (PCS), Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO)

Organisaties Kennisinstelling › Social Profit ›

Thema's Recyclage / Upcycling › Bio-massa ›

Sectoren Bio-Economie ›

Resultaat
  1. Ons verhittingsproces (stomen bij 100°C en 1 uur bewaren bij 70°C) is efficiënt voor het doden van de geteste plantschadelijke organismen en onkruidzaden. We hebben geen enkele problemen met ziekten of plagen vastgesteld tijdens de proeven met stekken of planten.
  2. Het gestoomde substraat heeft een relatief hoge pH en bevat nog veel nutriënten. De bemesting van de volgende teelt kunnen we hierop afstemmen.
  3. We hebben het gestoomde substraat getest met stekken en vergeleken met referentiesubstraten. De stekken in het gestoomde substraat hadden een gelijke wortelontwikkeling, hogere planthoogte en -biomassa, hogere fosfor- en kaliumopname maar een lager chlorofylgehalte.
  4. Het gerecycleerde substraat werd getest voor de verdere opkweek van chrysanten. Daar merkten we dat het substraat onvoldoende stikstof leverde, maar wel genoeg fosfor, kalium, calcium en magnesium. Een extra bron van stikstof zal nodig zijn voor een goede groei.