We moeten dringend onze beschaving veilig stellen

woensdag 1 november 2017

Het industriële tijdperk dat zoveel welvaart heeft gebracht, is onze planeet kapot aan het knijpen. We moeten het snel over een andere boeg gooien, zegt duurzaamheidsspecialist Herman Wijffels. ‘Weg ook van de onvermijdelijke pervertering die opduikt aan het einde van een tijdperk.’

Onze vinger zweeft al over de stopknop van de bandopnemer als Herman Wijffels plots zegt dat hij het toch nog even wil hebben over een idee ‘dat langzaam begint rond te zingen’. ‘Een derde van het landoppervlak is woestijn. Waarom zouden we dat niet bevloeien met zeewater en halofyten telen? Die zoutminnende planten brengen bonen voort met aanzienlijke hoeveelheden olie en eiwitten.’

Dat out of the box denken is het logische uitvloeisel van zijn waarschuwing waarmee het gesprek is begonnen. ‘Voor de eerste keer in onze geschiedenis zitten we in de situatie dat we moeten nadenken over hoe we de basis van onze beschaving veilig kunnen stellen.’

“Voor de eerste keer in onze geschiedenis zitten we in de situatie dat we moeten nadenken over hoe we de basis van onze beschaving veilig kunnen stellen.”

Als hoogleraar ‘duurzaamheid en maatschappelijke verandering’ is Wijffels daarvoor uitstekend geplaatst. Meer dan een academische mooiprater is hij een pragmaticus die de oren doet spitsen. Je wordt immers niet zomaar ‘de beste premier die Nederland nooit heeft gehad’ genoemd. Die nom de plume heeft hij onder meer te danken aan zijn passage bij de Wereldbank als Nederlands bewindvoerder en zijn dertien jaar lange voorzitterschap van Rabobank. Het was pas na zijn vertrek in 1999 dat de bank zich vergaloppeerde aan financiële alchemie en fraude.

Onze planeet lijdt aan de groeipijnen van haar bewoners, stelt de 72-jarige econoom vast. ‘Van een bevolking van 1 miljard mensen in het begin van de 19de eeuw ging het razendsnel naar 7 miljard zielen. Dat klimt tegen 2050 vermoedelijk naar 9 miljard. Daardoor botsen we op de fysieke grenzen van de planeet.’

Zijn stokpaardje daarbij is de ‘overshoot’, dat is het verschil tussen wat we aan ecologische middelen vragen van onze planeet, en wat die duurzaam kan voorzien. Uitgedrukt in een jaar, slaagde de aarde er midden jaren 80 nog in om tot 31 december duurzaam in de menselijke behoeften te voorzien. Vorig jaar was dat maar het geval meer tot 20 augustus.

We schrijven een wisselbrief op het ecosysteem uit die de volgende generaties moeten betalen. Is onze generatie egoïstischer dan de voorgaande?

Herman Wijffels: ’Nee, dat geloof ik niet. Mensen op deze planeet hebben tot nog toe geleefd in de verkeerde veronderstelling dat er zoveel natuurlijke rijkdom is dat we er zonder limieten uit konden putten. Dat is geen egocentrisme maar gewoon de context waarin we leefden.’

De volgende generaties zijn misschien iets minder vergevingsgezind dan u.

Wijffels: ‘Het valt niet uit te sluiten dat ze hoofdschuddend zullen terugkijken op het relatief primitieve, soms zelfs rücksichtloze karakter van hoe wij hebben geleefd. Er zal wel een tijd komen dat ze onze keuzes niet zullen begrijpen. Waarom we bijvoorbeeld een vervoerssysteem accepteerden dat jaarlijks voor duizenden gewonden en honderden doden zorgde omdat we allemaal zelf op het gaspedaal wilden duwen. Of waarom er zoveel mensen aan astmatische aandoeningen leden als gevolg van het fijn stof van fossiele brandstoffen.’

VERANDERING VAN TIJDPERK

“We zitten niet in een tijd van verandering maar in een verandering van tijdperk.”

Wordt de 21ste eeuw die waarin we zullen zijn afgestapt van het concept ‘bezit’ in ruil voor dat van ‘gebruik’?

Efficiënter met grondstoffen omgaan helpt om de aanslag op de natuur te verminderen, maar het is niet genoeg. ‘We zitten niet in een tijd van verandering maar in een verandering van tijdperk’, benadrukt Wijffels. ‘We zitten aan het einde van het industriële era. Dat is niet hetzelfde als het einde van de industrie, maar wel van de ideeën waarop die gebaseerd is. We hebben een nieuwe formule nodig.’

Wat is daarvan het belangrijkste ingrediënt?

Wijffels: ‘Minder putten uit eindige voorraden en steeds meer oogsten uit permanent beschikbare bronnen. Dat is de beruchte overgang van de lineaire naar de circulaire economie. In plaats van grondstoffen op te delven om er producten mee te maken die aan het eind van hun levenscyclus terug in het milieu belanden, moeten we denken aan duurzamere manieren om te leven, produceren en consumeren.’

‘Dankzij nieuwe technologie en wetenschappelijke inzichten hebben we ook de middelen om die omslag te maken. Kijk bijvoorbeeld naar de energietechnologie. Er zijn al tachtig landen in de wereld waar zonne-energie kan concurreren met fossiele brandstoffen. Als jonge technologie is er bovendien nog een enorm verbeteringspotentieel.’

“Minder putten uit eindige voorraden en steeds meer oogsten uit permanent beschikbare bronnen. Dat is de beruchte overgang van de lineaire naar de circulaire economie.”

Een andere pijler voor deze nieuwe wereld is de zogenaamde deeleconomie, dat het concept ‘bezitten’ inruilt voor dat van delen, lenen en uitwisselen. Time Magazine noemt het ‘een van de tien ideeën die de wereld zullen veranderen’, volgens The Economist heeft het ‘enorm potentieel’ en Forbes omschrijft het als een ‘ontwrichtende economische kracht’.

Een eenvoudig voorbeeld maakt veel duidelijk. In plaats van vloertapijt te verkopen aan de eigenaar van een kantoorgebouw, kan een tapijtenfabrikant er voor opteren om de dienst te leveren in plaats van enkel het product. Het kan bijvoorbeeld aanbieden om de vloerbedekking te leggen en vervolgens vijftien jaar lang te onderhouden in ruil voor een soort leasevergoeding. Na afloop kan de fabrikant als eigenaar het versleten tapijt recycleren of herwerken naar een ander product.

Die paradigmashift van lineair naar circulair is niet onnatuurlijk, merkt Wijffels op. ‘Mensen hebben zich onder meer door de ideeën van de Verlichting ontwikkeld als wezens die lineair denken en handelen in wat eigenlijk in alle opzichten een circulaire context is. Het hele leven is één groot samenspel van cyclische processen. De seizoenen bijvoorbeeld, of de omwenteling van de hemellichamen. Dat geldt ook voor onszelf. Niet alleen komen we uit het niets en gaan we terug naar het niets, we vernieuwen onszelf ook tijdens ons leven constant. Op een paar jaar tijd zijn bijna alle cellen in ons lichaam vervangen.’

Maar toch. We zijn nog geprogrammeerd om in termen van bezit te denken. Dat heeft ook met sociale status te maken, geeft Wijffels toe. ‘Het is een belangrijk onderdeel van de industriële tijd dat je bent wie je bent door wat je hebt. Het ego is vaak opgebouwd vanuit het eigendomsprincipe.’ Een Ferrari huren voor een middagje is bijvoorbeeld veel goedkoper dan er een aan te schaffen die de hele dag voor de deur staat te blinken, maar misschien is dat net de bedoeling?

“Het is een belangrijk onderdeel van de industriële tijd dat je bent wie je bent door wat je hebt.”

Wijffels ziet een groeiend besef dat het geluk niet in het hebben zit. ‘Bij veel jongen mensen leeft autobezit bijvoorbeeld niet. Voor hen dient een wagen voornamelijk om je te verplaatsen. Het is niet het statussymbool dat het voor eerdere generaties wel vaak is.’

OUD EN NIEUW

Om van de oude naar de nieuwe economie over te schakelen, zijn er wel enkele belangrijke aanpassingen nodig. In de oude benadering van economie staat competitie en het bezitten van eigen middelen centraal. De circulaire economie is veel meer gebaseerd op samenwerken en delen. ‘Mededingingsbeleid en intellectueel eigendomsrecht zijn twee belangrijke instituties van de oude economie die soms het circulaire denken in de weg staan’, oordeelt Wijffels.

“Mededingingsbeleid en intellectueel eigendomsrecht zijn twee belangrijke instituties van de oude economie die soms het circulaire denken in de weg staan.”

Hij geeft een voorbeeld van ‘oud’ mededingingsbeleid. ‘Een tijdje geleden hadden garnalenvissers op de Waddenzee onderling afspraken gemaakt om overbevissing te voorkomen. Dat is achteraf verboden door de concurrentieautoriteit omdat het de prijs van garnalen opdreef.’

Wijffels moet niet lang nadenken over hoe ‘intellectuele eigendomsrecht 2.0’ er kan uitzien. ‘Het vrij delen van kennis kan ons leren om efficiënter met onze grondstoffen om te springen. Neem het voorbeeld van Tesla. Die producent van elektrische auto’s heeft al zijn patenten vrijgegeven. Zo wil het tot een standaardsysteem komen voor oplaadsystemen en accu’s en zo. Dat is een belangrijke shift naar de economie van de toekomst.’

IMAGO

Het hele duurzaamheidsverhaal heeft zijn imago niet mee, geeft Wijffels toe. ‘Voor veel mensen klinkt “duurzaamheid” als een linksige hobby en zijn “groenen” mensen die hun genoegens willen afpakken’, zucht hij. ‘Daar heeft de milieubeweging van de jaren 80 veel schuld aan. Hun eerste reactie op het te gulzige gebruik van middelen was dat we het dan maar met minder moesten doen. De thermostaat moest een graad lager, mensen moesten maar een extra trui en paar sokken aandoen.’

Dat ‘linksige consuminderen’ ging ook nog eens gepaard met duurdere producten, legt Wijffels uit. Het milieubeleid van de eerste generatie hield in dat de lucht- en watervervuiling die ontstonden bij productie niet in het milieu mochten terechtkomen. Dus kwamen er speciale schoorstenen en waterzuiveringsinstallaties om die troep op te vangen. De producten bleven hetzelfde, maar ze werden wel duurder. Dat speelt nog altijd mee in de software van mensen. Ze beleven duurzaamheid nog te vaak via de eerste vier letters van dat woord.’

“Mensen beleven duurzaamheid nog te vaak via de eerste vier letters van dat woord.”

Nochtans is het bewustzijn dat het anders moet wel behoorlijk gegroeid, meent Wijffels. ‘Op het Wereld Economisch Forum in Davos begin dit jaar is de circulaire economie aanvaard als de richting die we uit moeten.’

Dat grotere besef vertaalt zich wel nog niet in het beleid. Wijffels is opmerkelijk hard voor het politieke bedrijf. ‘Zowel België als Nederland zit met een particratie waarover kiezers zich eens om de zoveel jaar mogen uitspreken. Dat legt de machtsverhoudingen tijdelijk vast waarna het regeerakkoord alles dichttimmert. Het is geen goed concept om geëmancipeerde burgers te betrekken bij de ontwikkeling van de samenleving.’

Wijffels ziet van onderuit wel iets bewegen. ‘Er is in Nederland bijvoorbeeld een groeiend aantal energiecoöperaties. Als lokale besturen met hen in dialoog gaan, voegt dat elementen van directe democratie toe aan het besluitvormingsproces. Het belang daarvan zie ik de komende jaren enkel toenemen.’

De nooit-premier verwijt politici een gebrek aan visie, maar geeft ze toch ook wat clementie. ‘Ik heb nog nooit gezien dat grote fundamentele veranderingen van bovenaf komen. Het moet van onderuit groeien vooraleer politici de legitimiteit hebben om ermee aan de slag te gaan. Dat punt komt steeds dichterbij, maar het is nog niet bereikt.’

“Ik heb nog nooit gezien dat grote fundamentele veranderingen van bovenaf komen.”

Hoe ver zitten we er nog vandaan dan?

Wijffels: ‘Vooraleer er genoeg consensus is over de richting die we uit moeten, zijn we nog wel vijf of tien jaar verder. Er zijn nog te veel mensen die willen doorgaan op de lijn van het verleden, hoewel we daar zijn vastgelopen in te veel financiële en ecologische schuld. Een minderheid wil het roer omgooien naar een meer duurzame richting. Eens we die omslag gemaakt hebben, kan het snel gaan.’

Wie moet daarbij het voortouw nemen?

Wijffels: ‘Het bedrijfsleven. Er zijn individuele ondernemingen die al behoorlijke stappen gezet hebben. Consumentengroep Unilever heeft bijvoorbeeld een plan uitgewerkt om de ecologische voetafdruk van zijn producten tegen 2020 te halveren en enkel nog landbouwgrondstoffen te gebruiken die afkomstig zijn van duurzame bronnen. De Nederlandse Participatie Maatschappij houdt bij de keuze van zijn deelnemingen dan weer rekening met wat een bedrijf doet op het vlak van duurzaamheid. Sterker nog, het heeft zelf expertise in huis om die participaties te ondersteunen bij het uitwerken van hun duurzaamheidsbeleid.’

Met veel enthousiasme verwijst de hoogleraar naar de oproep van een groep multinationals, verenigd in de Sustainable Growth Coalition, om werk te maken van een strenger klimaatbeleid, en liever vandaag dan morgen. Onder hen Unilever, Shell, Philips, Heineken,… ‘Zij pleiten onder meer voor een hogere CO2-prijs. Dat moet innovatie aanmoedigen zodat we de fossiele brandstoffeneconomie kunnen afbouwen.’

Volgens cynici doen die bedrijven dat enkel omdat ze vrezen dat de overheid hen anders zal belasten of meer gaat reguleren.

Wijffels: ‘Visionaire bedrijfsleiders gaan er van uit dat er vroeg of laat een zeer stevige CO2-belasting komt of een handelssysteem dat de kostprijs van CO2 fors zal opdrijven. Er is ook vaak een financieel belang. Heel wat Amerikaanse institutionele beleggers weigeren om geld te stoppen in bedrijven die groot zijn in de fossiele energie.’

Dat brengt het gesprek naadloos bij de opwarming van de aarde. Wijffels gaat volmondig akkoord met de stelling van de voormalige Amerikaanse minister van Financiën Hank Paulson dat het goedkoper is om nu op te treden tegen klimaatverandering dan het over ons heen te laten komen en later de schade te betalen.

Wijffels maakt de vergelijking met de bankencrisis. ‘We hebben gezien hoe de financiële sector zich ontwikkelde, en we wisten eigenlijk ook dat het vroeg of laat eens fout zou lopen, maar we hebben er niets aan gedaan. Ik geef Paulson gelijk dat we niet dezelfde fout mogen maken met het klimaat, want dat is nog zoveel desastreuzer als de hele financiële crisis.’

Een nobele doelstelling, dat zeker, maar hoe haalbaar is dat? Ambitieuze klimaatakkoorden blijven uit omdat er altijd landen zijn die de inspanning willen overlaten aan andere economieën. Wijffels houdt er de moed in. ‘Er zijn kleinschalige precedenten zoals het akkoord over schadelijke drijfgassen (CFK’s, verantwoordelijk voor het gat in de ozonlaag, nvdr.). Mondiale akkoorden kunnen dus wel. Waarom dan niet voor CO2-uitstoot of wereldwijd visserijbeleid? Je zou vissersvrije zones kunnen afbakenen en ze in de gaten houden met satelliettechnologie. Het besef groeit dat er iets moet gebeuren. Ook de Chinezen vinden dat we moeten werken aan een herstel van de harmonie tussen mens en aarde.’

Is het niet hypocriet dat China oproept om samen te werken aan een ecologische beschaving terwijl het weigert om een toegift te doen bij de klimaatonderhandelingen?

Wijffels: ‘Nee, dat vind ik niet. Er is geen land ter wereld dat meer investeert in duurzame technologie. Op langere termijn wil China de grondstoffenefficiëntie verhogen met factor twintig. Het is ook een voorloper in duurzame energie. Onlangs was ik nog in Shanghai. Daar mogen er geen scooters meer rijden op fossiele brandstoffen. Met al dat fijn stof is daar natuurlijk wel een reden voor.’

“Er is geen land ter wereld dat meer investeert in duurzame technologie dan China.”

U haalde zonet Hank Paulson aan, net als u een voormalige bankier. Hoe kijkt u terug naar de financiële crisis, ook al was u nog voor de eeuwwende Rabobank-voorzitter af.

Wijffels: ‘Ik zie het als de onvermijdelijke pervertering die optreedt aan het einde van een tijdperk, waarbij zich een elite vormt die zich meester maakt van de instituties en die voor eigen gewin zijn gaan gebruiken.’

HOE MOET HET ANDERS?

Wijffels: ‘We hebben een stabiele banksector nodig die dienstbaar is aan wat de reële economie nodig heeft. En bij dat laatste gaat het om de transitie naar de circulaire economie. We moeten duidelijk maken wat we van de banken verwachten.’

Vragen naar concrete maatregelen zijn een slag in het water. Wijffels is meer een man van de grote ideeën, waar hij gloedvol over vertelt. Centraal daarin staat zijn optimisme. Wanhopen is geen optie. ‘De mens is uitgegroeid tot de meest succesvolle diersoort op aarde omdat we bewezen hebben ons het best te kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden. We kunnen nadenken over problemen en daar oplossingen voor bedenken. Waarom zou dat nu opeens niet meer lukken? Het is niet toevallig dat met de broeikasgassen en de klimaatverandering plots een nieuwe energietechnologie opduikt.’

Nee, als de mens op zijn best is, kan hij de mensheid redden. Wijffels is maar al te bereid om zijn grijze cellen mee in de strijd te gooien. ‘Zeg, heb ik je al verteld over een idee dat langzaam begint rond te zingen? Het heeft te maken met halofyten…’

BIO

Herman Wijffels wordt in 1942 geboren in IJzendijke, een Zeeuws-Vlaams dorp op 500 meter van de Belgische grens. Zijn ouders hebben een akkerbouwbedrijf.

  • Hij studeert economie aan de universiteit van Tilburg en gaat daarna op het ministerie van Landbouw werken.
  • In 1981 treedt hij toe tot de directie van de Rabobank om er vijf jaar later voorzitter te worden.
  • Van 1999 tot 2006 is Herman Wijffels aan de slag als voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER). Daarna wordt hij tot 2008 Nederlands bewindvoerder van de Wereldbank in Washington.
  • Sinds 2009 is Wijffels hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de Universiteit Utrecht.

Beeldmateriaal

The Songdo project | Deconstructing Anthropocene: Felix Pharand Deschenes | The Wolf of Wall Street

Deel dit artikel

Geschreven door Daan Ballegeer, in opdracht van Plan C.